Soms is het tijd voor een nieuw begin
25 augustus 2023
Nieuwsflits september 2023
8 september 2023
Prof. dr. Juliette Walma van der Molen schetst in haar boek Talenten voeden op inspirerende en concrete wijze de ingrediënten die ndoig zijn om onze kinderen en jongeren werkelijk te voeden met de kennis, vaardigheden, houdingen en inzichten die hen helpen om zich goed te ontwikkelen en in de toekomst adequaat te functioneren ineen wereld die steeds meer flexibiliteit en omgang met informatie en technologie vereist.
Uit de Inleiding:
“De meeste mensen kennen vast de Schijf van Vijf, of Voedingswijzer, van het Voedingscentrum. Daarin worden de vijf voedingsgroepen beschreven waarmee we onszelf en onze
kinderen iedere dag zouden moeten voeden, zodat we geen voedingsstoffen tekort komen en ons gezond kunnen ontwikkelen. De Voedingswijzer laat ook zien dat een gezond en gevarieerd
leefpatroon afgestemd is op ieders persoonlijke behoeften en lichaamsbouw, voldoende activiteit bevat en vezelrijk is, want je moet wel iets hebben om op te ‘kauwen’.
Veel witte boterhammen met hagelslag, veel frisdrank of kant-enklaar maaltijden en te weinig buitenspelen of bewegen: je lichaam is niet gezond gevoed en onvoldoende uitgedaagd. We weten het, maar laten ons te vaak verleiden tot gemaksvoedsel of standaard maaltijden. Ook in het onderwijs. Vaak bieden lessen te weinig ‘food for thought’. Ze zijn afgestemd op de middenmoot, worden op vaste tijden opgediend aan de hand van kant-en-klare standaard lessen en zijn te veel gericht op passieve inname. En dat vertaalt zich inmiddels in een dalende geletterdheid en slechtere basiskennis, die we naar mijn idee niet kunnen oplossen door alleen maar meer van dezelfde training en instructie aan te bieden.
- Hoe kunnen we meer variatie aanbrengen in het onderwijsmenu?
- Hoe kunnen we kinderen meer laten ontdekken en proeven van onbekende smaken?
- Hoe kunnen we leerlingen zelf actiever betrekken bij hun ‘voeding’ of eigen leren, hen dieper en langduriger laten leren, zodat zij zich zo goed mogelijk op hun
eigen niveau kunnen ontwikkelen onder allerlei omstandigheden? - En hoe kunnen we ‘de hele mens’ ontwikkelen, in plaats van alleen enkele cognitieve kanten van onze leerlingen?”
